Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Honduras

betekenis & definitie

Honduras - op een na de grootste der republieken van Midden-Amerika; opp. 114.670 K.M.2, 562.000 inw.

Algemeene gesteldheid. Groote, ondiepe en weinig toegankelijke lagunen vormen het kenmerkende van het kustgebied. Landwaarts in treedt vrij spoedig het gebergte op, dat het grootste deel van H. inneemt. Archaïsche gesteenten spelen in dit gebergte een hoofdrol. De hoogte van de verschillende ketens overschrijdt meestal 2600 M. niet. Het grensgebergte met Nicaragua b.v. is slechts 1700 a 1800 M. hoog.

Het Noordelijk kustgebergte, dat uit oude eruptiefgesteenten bestaat, is in den Cerro Cangrejal 2450 M. De hoogste berg is do Selaque (2800 M.). — De voornaamste rivieren stroomen naar den Atl. Oceaan. In het Z.O. is de midden- en benedenloop van de Segovia ook wel Coco genoemd, de grens met de Republiek Nicaragua. Het meeste water van Oost-H. wordt echter verzameld door de Patuca. Het waterrijkst is de Rio Ulua in het W. Zij wordt beneden Pimienta door kleine schepen bevaren. Tot het stroomgebied der Ulua behoort waarschijnlijk ook het Yojva-meer, dat 20 K.M. lang, 7 a 8 K.M. breed en 15 M. diep is en deels bovendeels ondergrondsche afvloeiing heeft.

Klimaat. De laaggelegen streken van het kustgebied hebben een vochtig-warm, door koortsen bezocht tropenklimaat; het bergachtig binnenland daarentegen is hoog genoeg om ook voor Europeanen frisch en gezond te zijn. De gebieden van den Atlantischen Oceaan staan geheel onder invloed van den N.O. passaat, die door het bergachtig binnenland tot opstijgen gedwongen, veel regen aanbrengt; van November tot April is het wel de droge tijd, maar regenlooze dagen komen nauwelijks voor, wel aan de kust van den Grooten Oceaan, omdat deze in de lij van het gebergte ligt; echter heerschen daar ’s zomers Z. tot Z.W. winden, die wel waterdamp aanvoeren. De regenarme streken in de nabijheid van den Stillen Oceaan zijn gezonder, staan minder bloot aan overstrooming, enz., en zijn daardoor de dichtst bevolkte gedeelten van het land.

Bevolking. H. is 31 maal zoo groot als Nederland, terwijl het aantal inwoners nog niet zooveel bedraagt als dat van Amsterdam. In 1914 woonden er 562.000 menschen, d. w. z. slechts ± 5 per K.M.2 Het binnenland is uit den aard der zaak het geringst bevolkt. De nederzettingen zijn er alle klein. Santa Rosa heeft 10.500 inw (veel tabaksplantages in de omgeving). Aan den Atlantischen Oceaan ontwikkelde zich Puerto Cortez, ook wel P. Caballos genoemd, tot de belangrijkste haven, echter met nog niet meer dan 2500 inw. Het dichtst bevolkt is het gedeelte, dat naar den Grooten Oceaan is gekeerd, zoowel de dalen der rivieren, als de kust.

Hier bevindt zich de hoofdstad Tegucigalpa (29.000 inw.), de oude hoofdstad Comayagua, die thans niet meer dan 3000 bewoners telt, Choluteca (8000 inw.) in het gelijknamige dal evenals Yuscaran. Vermelding verdienen verder : Nacaome (8000 inw.), La Esperanza (11.500 inw.) benevens Amapala, de haven aan de Fonseca-baai. Het grootste deel der bevolking bestaat uit Ladinos (kleurlingen 265.000) en Indianen (69.000). Blanken wonen er weinig. De meeste bewoners belijden den Roomsch-Katholieken godsdienst; alle andere godsdiensten genieten echter evenzeer vrijheid.

Economische toestand. H. onderscheidt zich van de overige republieken in Midden-Amerika, doordat de landbouw en in het bijzonder de verbouw van koffie hier niet zulk een voorname plaats inneemt als elders. Het gering aantal groote vlakten, maar vooral de dunne bevolking van het land zijn oorzaak, dat de veel arbeiders vereischende cultures niet uitgeoefend kunnen worden. Bananencultuur wordt bedreven aan de kust van den Atl. Oceaan, waar ook groote kokosaanplantingen voorkomen. De departementen El Paraiso en Copan leveren een fijne kwaliteit tabak, die gereeden afzet vindt in de omringende republieken en in Peru. In het economische leven speelt ook de veeteelt een vrij groote rol.

Groote uitvoer van vleesch en huiden heeft plaats naar Cuba en de omringende republieken. De bosschen bevatten waardevol hout, o. a. mahonie-, ceder- en geelhout, leveren verder rubber, vanille, enz. H. is verder rijk aan mineralen : goud, zilver, platina, koper, lood, zink, ijzer, antimonium en nikkel, benevens steen- en bruinkool. Gebrek aan kapitaal en verkeersmiddelen belemmeren de exploitatie. Industrie is nog zeer weinig ontwikkeld. Stroohoeden en sigaren zijn de eenige uitvoerproducten daarvan.

1910—11 1913—14 1914—15 Invoer f 7,570.000 f 16.140.000 f14,844.000 Uitvoer 7,260.000 8.208.000 9,744.00 Sterke toename van den invoer gedurende de laatste jaren, die nu den uitvoer verre overtreft. Onder de producten, die uitgevoerd werden, nam een eerste plaats in de bananen, waarvan de uitvoer gedurende 1913-14 bedroeg f 6.897.000, daarop volgden runderen (f 628.000), cocosnoten (f 550.000), huiden (f 400.000), koffie (f290.000), rubber en houtsoorten. De meeste handel wordt gedreven met de Ver. Staten, waarheen bijna 3/4 van alle export gaat, en waarvan ongeveer 5/6 der ingevoerde waren afkomstig zijn. De voornaamste haven was tot voor korten tijd Amapala aan de Fonseca-baai, nu aan den Atlantischen Oceaan : Puerto Cortez. Spoorwegen zijn tot nog toe alleen aangelegd van de haven Amapala naar de hoofdstad Tegucigalpa, en van Amapala naar Puerto Cortez.

De tegenwoordig geldende staatsregeling is van 1880 (in 1894 gewijzigd). De regeer- en wetgevende macht berust in handen van een congres, wier leden, 42 in getal, volgens algemeen kiesrecht gekozen worden voor 4 jaar. De uitvoerende macht is in handen van een eveneens door het volk te kiezen president, wiens ambtsduur vier jaren bedraagt. Hij wordt bijgestaan door 5 ministers. Hij staat aan het hoofd van het leger, dat 2000 man telt en 31.000 reservisten.

Geschiedenis. H. maakte zich in 1840 los van den statenbond Guatemala. De gesch. van deze republiek is van dit jaar tot 1911 een aaneenschakeling van revoluties, waarin de staten Guatemala, Salvador en Nicaragua vaak de hand hadden. Uit de bemoeiing van Nicaragua met de binn. pol. van H. dreigde in 1907 een algemeene oorlog in Centr.-Amerika te ontbranden, welke voorkomen werd door de interventie van de Ver. Staten van N.-Amerika en Mexico (zie WASHINGTON-CONFERENTIE). In 1918 werd Bertrand president, die in 1915 herkozen werd. Onder zijn bestuur was het in h. rustig en gaat ’t land vooruit.

Litteratuur: Charles, The land of the great depths (Chicago 1890); Sapper, Das nördl. Mittelamerika (Brunswijk 1897); id., Beiträge zur physischen Geographie von H. (met kaarten in het „Zeitschrift der Gesellschaft für Erdkunde zu Berlin”, 1902); H. Jalhay, La République de H. (1898). — Voor de geschiedenis: Dana G. Munn, The five republics of Central-America, 1918 (Carn. End. f. Int. Peace div. of economics and history I).