Herroeping - H. van een overeenkomst, d. w. z. eenzijdige verbreking ervan, is, in het algemeen, niet mogelijk dan met wederzijdsche toestemming of uit hoofde der redenen welke de wet daartoe voldoende verklaart (art. 1374 B. W.). In enkele gevallen staat de wet haar echter toe, al verbindt zij daaraan soms een verplichting tot schadevergoeding. Zie artt. 44, 328 en 438K. (regelende het tusschentijdsch ontslag van den directeur eener naaml. vennootschap, van schipper en schepelingen), art. 1639o B. W. (verbreking arbeidsovereenkomst), artt. 1851 en 1854 B. W. (opzegging of herroeping lastgeving; zie ook art. 1673 B. W.), art. 1647 B. W. (verbreking van de overeenk. van aanneming van werk door den aanbesteder), art. 467 K. (verbreking bevrachtingsovereenk. door bevrachter). Voor schenking noemt de wet in art. 1725 B. W. eenige gevallen, waarin herroeping vrijstaat. — Testamentaire beschikkingen zijn als eenzijdige wilsverklaringen herroepbaar (artt. 1039, 981, 982 B. W.). — Zie voor herroeping eener gerechtel. bekentenis art. 1963 B. W.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk