Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schadevergoeding

betekenis & definitie

Schadevergoeding - De voornaamste gronden, waarop van een ander vergoeding van geleden schade kan worden gevorderd zijn onrechtmatige daad (art. 1401 B. W.), wanprestatie (art. 1275 B. W.) of althans niet voldoende zorg (artt. 1743, 1776, 1781, 1856 B. W. enz.) bij de nakoming van verbintenissen en verzekering. — De schadevergoeding (de wet spreekt veelal van vergoeding van kosten, schaden en interessen), welke de schuldeischer in geval van wanprestatie van de zijde van den schuldenaar eventueel kan vorderen, bestaat volgens art. 1282 B. W. in het algemeen in het geleden verlies (Lat. damnum emergens) en de gederfde winst (Lat. lucrum cessans). De schuldenaar behoeft slechts te vergoeden de schade, welke men voorzien heeft of heeft kunnen voorzien ten tijde van het aangaan der verbintenis, tenzij het aan zijn arglist te wijten is, dat de verbintenis niet is nagekomen (art. 1283 B. W.). Zelfs in het laatste geval moet de vergoeding alleen datgene bevatten hetwelk een onmiddellijk en dadelijk gevolg is van het niet-nakomen der verbintenis (art. 1284 B. W.). Partijen kunnen ook van tevoren bij wijze van strafbeding het bedrag der eventueel te betalen schadevergoeding vaststellen (art. 1285 B.W.). Bij verbintenissen, die alleen betrekkelijk zijn tot de betaling van een zekere geldsom, bestaat de schadevergoeding, wegens vertraging in de uitvoering verschuldigd, alleen in de bij de wet bepaalde interessen (zie RENTE). Zij is verschuldigd zonder dat de schuldeischer eenig verlies behoeft te bewijzen, maar alleen van den dag af, dat de geldsom in rechte gevorderd wordt (art. 1286 B. W.).