Hellevoetsluis - gem. in Z.-Holland, op ’t eil. Voorne, aan het Haringvliet en van de landzijde geheel door de gem. Nieuw-Helvoet ingesloten. Zij beslaat slechts 158 H.A. en telt 4400 inw.
De grond is zeeklei, waarop eenige landbouw en veeteelt uitgeoefend wordt. Voor ’t overige zijn de middelen van bestaan: de Rijksmarinewerf, het loodswezen en visscherij. De gem. bevat alleen de stad H., een oorlogshaven. Tot de merkwaardige gebouwen of instellingen behooren: het Raadhuis (van 1895), de Ned. Herv. Kerk (1661—1684), Tehuis voor Militairen (1906) en ’t Gesticht van Liefdadigheid (1839). — Als oorlogshaven bezit het een Marinewerf (met sluis), 2 droogdokken, een scheepshelling, een torpedo-atelier, een stoomwerkplaats, voorraads magazijnen, een MarineHospitaal, een Marine-cantine en een bomvrije kazerne (van 1880 tot 1881 gebouwd). In 1475 gaf Karel de Stoute vergunning het Weersgors aan den Nieuw Helvoetschen polder te bedijken. Hier, bij de sluis van den polder NieuwHellevoet, ontstond een buurtje, H. geheeten, dat weldra in grootte toenam.
Van 1617 tot 1620 verkreeg het een goede haven, waarom kort daarop (in 1630) door de Staten van Holland H. werd aangewezen als algemeene basis voor hun oorlogsvloot. Zij ontwierpen verder het plan H. tot een vesting te maken en van dokken te voorzien, doch het duurde tot 1652 voordat men met die werken begon, welke eerst in 1696 alle voltooid waren. Sedert is H. een voorname oorlogshaven geworden. — Meermalen liepen de vloten van M. Az. de Ruyter hier uit. In 1689 zou Willem III van hier met een vloot naar Engeland oversteken, maar moest er eenige dagen op een gunstigen wind wachten; hij logeerde in het nog bestaande „Rijkshuis”. In 1787 had hier een burgeroproer plaats, waarbij twee dooden vielen. In 1811 bezocht Napoleon I H. en nam eveneens zijn intrek in het Rijkshuis. Op 21 Maart 1849 kwam koning Willem III uit Engeland hier aan, om de regeering over ons land te aanvaarden.