Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Helianthus

betekenis & definitie

Helianthus - plantengeslacht der Composieten, met 55 soorten, meest in N.-Amerika. H. annuus, de éénjarige zonnebloem, ingevoerd uit Peru in het begin der 16e eeuw, wordt o. a. in Z.-Rusland als landbouwgewas geteeld wegens de olierijke zaden, het zeer lichte mergweefsel en de als brandstof bruikbare stengels; deze hebben n.l. een hoog salpetergehalte. In 1915—16 teelde men in Duitschland H. langs de spoorbanen. Ook onze regeering heeft in de oorlogsjaren de teelt wel aanbevolen, doch alleen voor kleinere plekjes, omdat de opbrengst aan olie (per H.A.: 130—200 K.G.) veel geringer is dan o. a. bij koolzaad (750 K.G. olie per H.A.). De zonnebloem groeit vlug en kan onder gunstige omstandigheden tot 4 M. hoog worden.

Een bladoppervlakte van (7,6 c.M.2) verdampte in 24 uur ruim 9 gram water, door de boven- en onderzijde. Van H. annuus zijn vele verscheidenheden ontstaan, o. a. de var. uniflorus met slechts één eindstandige bloeiwijze, voorts met gevulde bloemhoofdjes, zoowel met lintbloemen als met buisbloemen, met bont blad, met verschillende kleuren in geel en in rood, hooge en lage, en ten slotte met bloemhoofdjes, die eenzelfde afwijking hebben als de „KraagDahlia’s”. Verdere éénjarige soorten zijn: H. argyrophyllus, H. debilis, enz. De overblijvende H. multiflorus en H. rigidus worden ook als sierplanten zeer gewaardeerd. Zij zijn winterhard en groeien in allerlei grondsoorten zonder bijzondere verzorging. De bloeitijd is in den nazomer en herfst, de bloemen hebben ook waarde als snijbloem. H. tuberosusuitZ.-Canada heeft knolachtige rhizomen, die tot voeding kunnen dienen en bekend zijn als Aardpeer, Topinambour en Helianthi.