Heideschapen - In de heidestreken worden schapen gehouden, die onder toezicht van een herder met zijn herdershond in kudden op de heide gedreven worden, ’s Nachts verblijven zij in een schaapskot. Zij worden gehouden voor de wol en den mest, het vleesch is smakelijk, melk geven ze weinig. Vroeger was de mest onmisbaar voor de tabakscultuur. Door het in cultuur brengen van vele heidegronden daalt het aantal heideschapen bijna overal.
Wij hebben in Nederland verschillende rassen. In Drente en het Noorden van Overijsel het Drentsche heideschaap, dat klein en grof wollig is. De rammen dragen zware spiraalvormige horens. De Schoonebeekers zijn een variëteit, die wat grooter is. Op de Veluwe, in Utrecht en het Gooi treffen we een grooter ras, het Geldersche schaap aan, dat boter van wol is. De rammen hebben wel horens, doch deze zijn niet spiraalvormig gewonden. In Noord-Brabant en Limburg komt een variëteit van het Geldersche schaap voor, het Kempensche ras, dat grooter is, meer gekrulde wol heeft en beter vleesch levert. Men noemt dit ras in Limburg wel het Maasschaap.