Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Halma

betekenis & definitie

Halma - 1) François, Nederl. letterkundige, geb. 1653 te Langerak, waar zijn vader predikant was. Studeerde aanvankelijk theologie, maar ging later in den boekhandel, en richtte een drukkerij op (eerst te Utrecht, daarna te Amsterdam en Leeuwarden). In Leeuwarden overl. hij 1722.

Schreef veel stichtelijke poëzie: Klagten der Gereformeerden, wreedelyk verdrukt in Vrankryk (1686, naar het Fransch), Davids Harpzangen (1707), Heilige Feestzangen (1708) enz. Stelde ook werken van encyclopaedischen aard samen.

2) (Gr.), sprong. Vd. een gezelschapsspel, door twee personen gespeeld en in aard gelijk aan het damspel.