Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boekhandel

betekenis & definitie

Boekhandel - Ofschoon bij de Egyptenaren, Grieken en Romeinen reeds sporen van den handel in handschriften worden aangetroffen, en gedurende de middeleeuwen de kloosters ook handel in de daar afgeschreven boeken dreven, ontstond de b. eerst na de uitvinding van de boekdrukkunst, toen de letterk. voortbrengselen aller tijden langs mechan. weg konden worden vermenigvuldigd. Zoodoende kwam het boek binnen het bereik van velen, wat de verbreiding van kennis en beschaving ten goede kwam en weer eene voortdurende vermeerderende vraag naar voedsel voor den geest tengevolge had. Sedert het midden der 16e eeuw werden ook in Nederland in verschillende plaatsen boekdrukkerijen opgericht en traden de drukkers aanvankelijk zelf als verkoopers hunner persvoortbrengselen op. Later, vooral na de Hervorming, werd het aantal gedrukte boeken steeds grooter en ontstond de behoefte aan een tusschenpersoon, die als middelaar tusschen drukker en kooper fungeerde en in wiens magazijn ook de voornaamste, elders verschenen werken voorhanden waren.

De b. kon toen meer internationaal zijn dan nu, omdat de meeste boeken in de algemeen-wetenschappel. taal (in het Latijn en later, in het Fransch) waren geschreven. De Holl. b. is steeds in groot aanzien en van bijzondere beteekenis geweest, ook in ’t buitenland, zooals o.m. de catalogi der boekenmissen van Frankfort en Leipzig getuigen. Oorspronkelijk was de b. grootendeels een soort ruilhandel tusschen drukkers, die elkaar wederkeerig een bepaald aantal hunner uitgaven in losse vellen leverden. Later kwam het veel voor, dat boekhandelaren in verschillende plaatsen van een elders wonenden drukker een zeker getal werken kochten, op welker titels dan hun naam werd gedrukt. Vandaar dat vrijveel oude boeken schijnbaar in verschillende plaatsen zijn uitgegeven. De Nederl. B. bestaat tegenwoordig uit: uitgevers, debitanten, antiquaar-boekhandelaren, houders van boekverkoopingen en houders van fondsveilingen. Meermalen zijn verschillende dezer afdeelingen in ééne firma vereenigd, zoodat het aantal van elk hunner moeilijk is aantegeven.

Het aantal uitgevers kan evenwel op 400, dat der debitanten op 1250 worden gesteld. Uitgever is degene, die het manuscript van een auteur door den druk vermenigvuldigen laat, ’t zij in eigen of in anderer drukkerij, en de verkoop van die boeken geschiedt dan als regel door bemiddeling van den debitant. De debitant koopt boeken bij aanbieding (meestal vóórkoop met extra-korting) en ontvangt nieuwe boeken in commissie, welke hij door middel van zichtzending, door verspreiding van prospecti, door persoonlijk bezoek (colportage) enz. aan den man tracht te brengen. Dit laatste geschiedt bij groote werken ook wel door den uitgever, waarbij de cliënt toch zijn eigen boekhandelaar de levering kan opdragen. De niet-verkochte commissie-exemplaren worden in het vroege voorjaar, volgende op het jaar van ontvangst, aan den uitgever teruggezonden. Boeken, door de clientèle aan een debitant besteld, worden door dezen „voor rekening” bij den uitgever aangevraagd. Indien niet anders overeengekomen is, geschiedt de afrekening tusschen uitgever en debitant aan het einde van het kalenderjaar.

Bibliografische hulpmiddelen zijn voor den b. natuurlijk onmisbaar, en op dit gebied heeft Nederland steeds vooraan gestaan. Talrijk waren de periodiek verschijnende beredeneerd-bibliografische overzichten, die in ons land verschenen en over de geheele wereld afnemers vonden, al waren ze in de eerste plaats bestemd om het geletterde publiek in eigen land op de hoogte te houden en zoodoende tot koopen naar den boekwinkel te lokken. Thans worden de nieuwe uitgaven in het tweemaal per week verschijnende „Nieuwsblad voor den Boekhandel” aangekondigd, in welke, uitsluitend voor de vakgenooten bestemde, periodiek, ook allerlei beroepsaankondigingen voorkomen. Dezelfde administratie geeft mede eene maandelijksch overzicht uit. In de „Alphabetische lijst van boeken enz.” worden deze titels weer tot een jaarlijksch overzicht met systematische registers verwerkt, terwijl verder nog tienjaarlijksche bibliografieën worden uitgegeven (zie BIBLIOGRAFIE; C. L. BRINKMAN; R. VAN DER MEULEN). Ter verspreiding onder het publiek verschijnen een tweetal maandlijsten en in het najaar wordt tot dit doel tevens een soort feestcatalogus onder den titel „Het Boek in….” uitgegeven:

In het jaarlijksch verschijnende „Adresboek voor den B.” staan niet alleen alle gegevens over den b. in Nederland, en zijne overzeesche bezittingen, en in het Nederlandsche taalgebied vermeld, maar komt ook eene uitvoerige opgave der periodieke pers voor. — De antiquaar drijft handel in oude boeken en in die, welke in den gewonen handel niet meer te krijgen zijn. Hij vormt door geregelden aankoop vaak een voorraad van gangbare en zeldzame werken en geeft af en toe magazijncatalogi uit. Die boekenlijsten zijn vaak voorbeelden van speciaalbibliografie en stellen bibliotheken en verzamelaars in staat hunne collecties in ’t algemeen of op bijzonder gebied aan te vullen. Ook belast hij zich met de openbare veiling van boekerijen (auctiën). Moet de debitant reeds een man van breede ontwikkeling en degelijke vakkennis zijn, de antiquaar moet over nog omvangrijker bibliografische kennis beschikken om met succes werkzaam te kunnen blijven. — Houders van fondsveilingen zijn zij, die de restanten van oplagen van werken onder genoodigde boekverkoopers in veiling brengen, ’t zij met of zonder copyrecht. Bij liquidatie van uitgeverszaken gaan deze werken vaak in handen van collega’s over, maar restanten van minder courante boeken worden meestal door z.g. tweede hands-boekhandelaren opgekocht, die ze dan in pakkende advertenties tegen verminderden prijs aanbieden en daarmede nogal succes hebben. — Met uitzondering van spoedzaken loopt alle verkeer over het Bestelhuis* voor den B. te Amsterdam. — De „Vereeniging ter bevordering van de belangen des B.” in 1815 opgericht, vertegenwoordigt nagenoeg den geheelen Nederl.

B. en zij treedt in alle vakaangelegenheden bemiddelend op. Het „Nieuwsblad voor den B.” (zie: Sautijn Kluit, De Nieuwsbladen v. d. B., 1885) is sedert 1855 haar orgaan, het Bestelhuis voor den B. wordt door haar geëxploiteerd. Ter behartiging der speciale groepsbelangen bestaat nog de in 1880 gestichte Uitgeversbond en de in 1907 tot stand gekomen Nederlandsche Debitantenbond. Zie: Kruseman, Aanteekeningen betreffende den B. van Noord-Nederland in de 17e eeuw', 1893; Idem, Bouwstoffen voor een geschiedenis van den Nederl. B.... 1830—1880, 2 dln. 1887; Van der Meulen, Boekhandel en bibliographie, 3e druk, 1906; Van Stockum, Kort overzicht der organisatie v. d. Nederl. B., 1908; Loosjes, Geschiedenis v. d. Vereeniging ter bevordering v. d. belangen des B., 1915.