Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Haksel

betekenis & definitie

Haksel - Verschillende stroosoorten worden, vóór zij als voedsel aan de dieren toegediend worden, in korte stukjes gesneden, tot h. verwerkt. Dit geschiedt om het stroo goed met andere voedermiddelen te kunnen vermengen, om het eten gemakkelijker te maken en om minder te doen verloren gaan. H. voor paarden wordt kort gesneden, in stukjes van 1—1% c.M. wat roggestroo- en van 1½ —2½ c.M. wat haverstroo-haksel betreft. Maakt men h. te fijn, dan wordt het niet genoeg gekauwd en verteerd en treden licht kolieken op.

Snijdt men de h. te lang, dan bereikt men het doel niet. Voor runderen wordt het stroo grover gesneden, in stukjes ter lengte van 2½ —4 c.M. H. dient voor buikvulsel, bevordert het kauwen der bijgemengde voedermiddelen en bevat ook zelf voedende bestanddeelen. Te veel h. geeft z.g. stroobuiken en slechte digestie. Haverstroohaksel heeft hooger voederwaarde dan roggestroohaksel.