Wat is de betekenis van Haksel?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haksel

haksel - Zelfstandignaamwoord 1. het fijngehakte (stro, takken, plantenafval etc.) haksel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakselen ♢ Ik haksel 2. gebiedende wijs van hakselen haksel! 3. (bij inversie) tweede persoo...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

haksel

(zn) hoofdkaas TM.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Haksel

(vre ca 0,8-1,2; zw. 13-18) Op mechanische wijze verkleind graanstro. In de zandstreken hier en daar toegepast bij de voedering van rundvee. Voorheen werd haver wel in ongedorste staat gehakseld; deze werkwijze wordt thans bij uitzondering uitgevoerd.Voor de paarden wordt h. wel gemengd met het krachtvoer (meestal haver) toegediend om daardoor de p...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Haksel

s.n., haksel (it).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haksel

o. (-s), dat wat fijngehakt is; inz. fijngehakt stro of hooi als veevoeder: het haksel is nog niet fijn genoeg.

2024-04-26
Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Haksel

Haksel noemt men gewoonlijk het fijngehakte stroo dat als veevoeder dienst doet. Het fijnmaken van allerlei stroosoorten geschiedt om het beter te kunnen vermengen met andere voedermiddelen en tevens om den kauwarbeid iets te verminderen. Hoewel stroo betrekkelijk slecht verteert, is het verstrekken van haksel aan het vee toch aanbevelenswaardig in...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haksel

o. (fijngehakte zelfstandigheid, inz. van stro enz. als veevoeder): haksel met haver.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Haksel

Haksel - (landb.), stroo, grofstengelig hooi en dito groenvoer, o.a. maïs, worden, om de opname door de dieren te bevorderen en de menging met andere voedermiddelen te vergemakkelijken, in kleinere stukjes (l1/2-4 cm, soms ca. 10 cm) tot h. gesneden. Het h. mag niet te fijn zijn. Het vrij groote vliegwiel der hakselmachine heeft meestal een tw...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haksel

('haksəl) o. 1. Algm. wat men door hakken verkrijgt. 2. Inz. fijngehakt stro als veevoeder : haver met -.