Grosheide (Frederik Willem), geb. 1881, studeerde theologie en klassieke letteren aan de Vrije Universiteit, waar hij, na predikant geweest te zijn te Schipluiden, in 1912 hoogleeraar werd voor het N. T. Behalve tal van artikelen in verschillende tijdschriften, ook als mederedacteur van het Geref. Theol. Tijdschrift en de serie Schild en Pijl, schreef hij: Be verwachting der toekomst van Jezus Christus (1907 diss.); Judas Iskarioth (1910); Opmerkingen over Hebr. 1 : 1—14 (1910); N.-testam.
Exegese (1913); Kanon en tekst van het N. T. (1916); Bijbelvertalen (1916); Een andere geest? (1918). Voorts vertaalde hij de Beknopte grammatica van A. T. Robertson op het Gr. N. T. (1912) en is hij lid en secretaris van een commissie voor een nieuwe Bijbelvertaling.