Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grootmogol

betekenis & definitie

Grootmogol - 1) Europeesche benaming voor de heerschers uit het huis van Timoer Leng, die van 1526—1857 over een groot gedeelte van Britsch-Indië regeerden en in den regel hunne residentie te Dehli hadden. Grondlegger der dynastie was Baboer, die in 1525Lahore bezette en in het volgende jaar den Sultan van Dehli bij Panipat versloeg. Zijn opvolgers Hoemajoen 1530—1556, Akbar 1556—1605, Djahangir 1606 —1628, Sjah djahan 1628—1659 en Aurangzib 1659—1707 brachten het rijk tot groot aanzien, zoowel door veroveringen, als door het stichten van prachtige bouwwerken.

Zoo onderwierp Akbar Gwalior, Djaunpoer, Radjpoetana, Gudjarat, Bengalen en Kashmir, terwijl Aurangzib ook den Dekkan veroverde en aan de te Bidjapoer en Golkonda heerschende dynastieën der Adilsjah’s en Koetbsjah’s een einde maakte. Na den dood van Aurangzib was het echter met den luister der Grootmogols gedaan ; verschillende inlandsche volksstammen de Maratas, de Sikh’s, Djats en Radjpoeten maakten zich onafhankelijk, buitenlandsche vijanden, Perzen en Afghanen vielen het rijk aan en plunderden zelfs Dehli (Nadirsjah in 1738 en Ahmedsjah in 1748 en 1757) en ten slotte maakten de Engelschen na de slagen bij Plassey (1757) en Buxar (1764) een einde aan de macht van den Grootmogol, hoewel in naam nog steeds een Grootmogol in Dehli tot op den Indischen opstand in 1857, een schijn van macht uitoefende.

Litteratuur : Elliott and Dowson, History of India (Londen 1867—1877); Elphinstone, The history of India (Londen 1874); Ershine, A history of India under Baber and Humajun (Londen 1854); Lane Poole, Mediaeval India under Mohammadan rule (Londen 1903), enz.

2) bekende diamant, zou in het midden der 17e eeuw gevonden zijn bij Kolloer in Britsch-Indië, ongeslepen 787½ karaat gewogen hebben en door den in Indië verblijvenden Venetiaanschen slijper Hortensio Borgis zijn geslepen. Hij kreeg daarbij den vorm van een zeer hooge ronde roset. De reiziger Tavernier zag hem in dezen vorm in 1665 in het bezit van den Grootmogol Aurang Zeb in Dehli en beeldde den steen af (plaat Diamanten fig. 1). Hij woog toen 319½ rati, volgens T. overeenkomende met 280 karaat. Volgens anderen is echter een rati minder dan 7/8 karaat en zou de steen slechts 188 karaat gewogen hebben. Wat er sedert van den steen geworden is, is onbekend.

< >