Goudkust - (Gold Coast), Engelsche kolonie in West-Afrika, Guinea, tusschen de Fransche kolonie Ivoorkust en Togo-land gelegen; 308.870 K.M.2 met 1.500.000 inw. De 560 K.M. lange kust is in het O. (Volta-delta) en ten W. van Kaap Three-Points vlak; in het midden wisselen de uitloopers der N.W.-Z.O. loopende bergreeksen met vlakke deelen af. Binnenlandwaarts stijgt het terrein terrasvormig op tot een uit zeer oude gesteenten bestaand plateau, dat het karakter heeft van een golvend heuvelland, waarboven zich, vooral in het W. geïsoleerde hoogten tot ruim 600 M. verheffen. Benoorden dit bergland strekt zich een eentonig plateau uit van 200 a 300 M. hoogte.
De hoofdrivier is de Volta, de overige zijn weinig belangrijke kustrivieren. De gemiddelde temperatuur is van 28°-26° C.; de regentijden volgen op de zenithstanden van de zon, n.l. van April-Augustus en van October-December. Aan de kust is de regenval merkwaardig gering (Elmina 782 m.M., Christiaansborg 575 m.M.); hij neemt echter naar het binnenland snel toe. Het klimaat is in de kuststreken ongezond. Het gebergte in het Z. draagt tropische wouden, het N. is meer savanne. Tusschen bergwoud en de vlakke kust, waar soms mangrovenwouden gevonden worden, ligt meestal open cultuurland.
De bewoners zijn negers, er wonen slechts ± 1500 blanken. De negers zijn in verschillende stammen verdeeld. Het belangrijkste dier volken zijn de Asjanti, die het voormalige machtige koninkrijk Asjanti gesticht hebben. Deze negers zijn animisten, in het N. is onder den invloed der Haussa en Foelbe de Islam binnengedrongen. Verbouwd worden jams, bananen, meloenen, aardnoten; oliepalmen en kokosnoten leveren olie. In het N. wordt ook mais verbouwd.
Voornaamste plantageproducten zijn cacao, katoen en koffie. Het woud levert verschillende kostbare houtsoorten, caoutchouc, kopalhars, enz. De voornaamste stapelproducten zijn palmolie, kolanoten, palmpitten, cacao en caoutchouc. Aan de kust visscherij; veel gedroogde visch wordt naar het binnenland vervoerd. Voornaamste mineraalproduct is goud. 't Komt vooral voor in het bergland Wasaw; in 1912 werden 353.000 onzen a £ 1.500.000 gewonnen. Ook zilver, koper en ijzer. In Asjanti staat ook de industrie op een tamelijk hoogen trap (weven van katoen en zijde, pottebakkerij, bewerking van ijzer, koper en goud.
Van Sekondi aan de kust tot Koemasi in Asjanti gaat een spoorweg 270 K.M. lang); een andere lijn, van Akra naar Mangoase is in aanleg; verder is er een goed net andere wegen. De kustrivieren zijn in haar benedengedeelte bevaarbaar. In 1912 bedroeg de scheepvaartbeweging 2.849.000 ton. De invoer had in 1913 een waarde van £ 4.4.000.00, de uitvoer 3.520.000. De kolonie bestaat uit: de eigenlijke Goudkust in het Z. (850.000 inw.), Asjanti in het midden (290.000 inw.) en het Noordel. Territorium (Protectoraat, ± 360.000 inw.). De voornaamste plaatsen zijn: in het hoofdland de hoofdstad Accra (20.000 inw.), Sekondi (7700 inw.), Cape Coast Castle (11.000 inw.), Elmina (4000 inw.), in Asjanti Koemasi (± 19.000 inw).
Aan het hoofd der kolonie staat een gouverneur; Asjanti en het N. worden door Chief Commissioners bestuurd, die onder den gouverneur staan. Reeds in de 15e eeuw waren aan de G. door de Portugeezen eenige forten gesticht, die later den Nederlanders (West-Indische Comp.) in handen vielen. Hun voornaamste nederzetting was het in 1637 veroverde St. George d’Elmina. Ook de Engelschen vestigden zich in dit kustgebied, n.l. in Cape Coast Castle, waar zij in 1672 de Kon. Afrikaansche C. vestigden, terwijl de Brandenburgers bij Axim in 1682 het Fort Gross-Friedrichsburg stichtten.
Dit laatste werd echter in 1720 aan de Nederlanders verkocht. Engelschen en Nederlanders werkten elkander voortdurend tegen, de eersten verbonden zich met de Tanti, de laatsten met de Asjanti. Bij het verdrag van 1872 werden de Nederlandsche bezittingen aan Engeland afgestaan. De Asjanti bleven zich echter tegen de Engelschen verzetten; in den oorlog van 1872-74 werden zij met moeite overwonnen, Koemasi verwoest. Na een tweeden oorlog in 1896 werd Asjanti onder Engelsch protectoraat geplaatst en in 1901 ingelijfd; in hetzelfde jaar werd ook het Noordelijk Territorium als protectoraat bij de Kolonie gevoegd.