Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gewelf

betekenis & definitie

Gewelf - gebogen zolderbouw, samenstel van wigvormige lichamen, die tusschen twee vaste punten geplaatst en met hun zijvlakken zoodanig samengevoegd zijn, dat zij een vrije ruimte brugsgewijs overspannen, gewoonlijk van steen of beton samengesteld, daar deze materialen wel weinig trekvastheid, maar groote drukvastheid bezitten en gewelfvormen toe te passen zijn, waarin nagenoeg geen trekspanning behoeft voor te komen. Men onderscheidt naar den vorm: tong., kloosterg., kruisg., sterg., trompetg., waaierg., koepelg., meloeng. en netg. In de Gotiek droegen de gewelfvelden, d.z. de gebogen vlakken, die het g. samenstellen, op voorafgeslagen bogen, welke ribben werden genaamd. Door aldus het vroegere Romeinsche, Byzantijnsche en Romaansche gewelf te differentieeren in dragende en gedragen deelen, ontstonden geweldige nieuwe mogelijkheden van stoute, lichte constructies.