Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Erker

betekenis & definitie

Erker - buiten den gevel van een huis uitspringende uitbouw, die niet van den beganen grond is opgetrokken doch steunt op consoles, jukken ofwel op een uitmeting of uitgebouwde ijzerconstructie. De e. heeft meestal in horizontale doorsnede den vorm van een rechthoek, een halven hoek of een halven cirkel. Hij wordt gewoonlijk geconstrueerd van hout of metselwerk en is van lichtramen voorzien.

Hij dient tot uitkijk en tot zitje in een kamer en wordt in stadsstraten veel toegepast. Hij heeft gewoonlijk de volle hoogte der verdieping en wordt afgedekt door een plat, dat vaak het balkon vormt voor een bovengelegen verdieping, ofwel door een kapje. Soms zijn ook twee erkers voor twee verdiepingen boven elkaar geconstrueerd.

< >