Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Erkennen van een natuurlijk kind

betekenis & definitie

Erkennen van een natuurlijk kind - Hierdoor ontstaan verschillende rechtsbetrekkingen tusschen ouder en kind (337 B. W.). Zie artt. 97, 104 (toestemming voor huwelijk), 383 (onderhoudsplicht), 408 (voogdij), 909, 955 (erfrecht). Na erkenning door de moeder alléén draagt het kind den geslachtsnaam van de moeder, na erkenning door beide ouders of door den vader alleen dien van den vader. (Zie arr. H. R. 25 Oct. 1878, W. 4308). Door erkenning alleen wordt het kind niet wettig; daarvoor is wettiging noodig. — Kinderen, uit overspel of bloedschande geboren, kunnen niet worden erkend, behoudens voor de laatste de mogelijkheid van erkenning bij het huwelijk hunner ouders, met dispensatie van den Koning aangegaan (338 B. W.). — Erkenning moet bij authentieke akte geschieden.

Tot het opmaken is ook de ambtenaar van den burgerlijken stand bevoegd; de erkenning heeft dan plaats df bij de geboorteakte van het kind, òf bij de huwelijksakte der ouders, òf bij eene afzonderlijke akte (336, 38 B. W.). Zie voor inschrijving in de registers van den Burgerlijken stand art. 38 B. W. — Erkenning, welke het gevolg is van dwang, dwaling, bedrog of verleiding is van onwaarde. De vader moet om te kunnen erkennen den leeftijd van 19 jaar hebben bereikt. De moeder kan op elken leeftijd erkennen (337 B. W.). Zoolang de moeder leeft, is voor erkenning van den kant van den vader hare toestemming vereischt. (339 B. W.). Erkenning door een der echtgenooten, staande huwelijk, van een kind, dat hij daarvóór bij een derde heeft verwekt, kan noch den anderen echtgenoot, noch de kinderen, uit het huwelijk geboren, nadeel toebrengen. De erkenning zal echter haar gevolgen hebben na ontbinding van het huwelijk, wanneer daaruit geene afkomelingen overblijven. (340 B. W.). — De tot dusver behandelde erkenning is steeds een vrijwillige daad der ouders. Daarnaast spreekt men soms van gedwongen erkenning voor de gevallen, waarin het aan een natuurlijk kind vrijstaat langs processueelen weg door den rechter zijne afstamming te doen vaststellen: zgn. inroeping van staat. Zoowel deze _ als de vrijwillige erkenning kan door ieder, die daarbij belang heeft, worden betwist (341 B. W.).