Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Draf

betekenis & definitie

Draf, - gang in 2 tempo’s, waarbij elk diagonaal paar beenen van het paard gelijktijdig wordt opgelicht en weer neergezet. Voor- en achterband blijven gedurende de beweging evenhoog ten opzichte van elkaar. Bij den gewonen of normalen d. dekken de hoefslagen van voor- en achterbeenen elkaar, waardoor een zwevingsmoment voorkomt; de drafpas is hierbij = 2 x de diagonale basis. — Bij den langen, sterken of gestrekten dr., die zwevend is, zal het paard overstappen en is de drafpas grooter dan 2 x de diagonale basis. — Bij den korten d., die eveneens zwevend is en ontstaat door het paard in kort tempo te verzamelen, zal het paard achterstappen en is de drafpas kleiner dan 2 x de diagonale basis. — Het harddraven is een d., waarbij zeer groote snelheid wordt ontwikkeld, de langste zweefperioden voorkomen en het paard zeer ver overstapt. — De Spaansche d. was vroeger een andere naam voor passage.

Pillis evenwel maakt tusschen beide een zuiver onderscheid, zoodat men onder Sp. d. den schoolgang moet verstaan, waarbij de voorbeenen krachtig omhoog worden gebracht en naar voren gestrekt, terwijl de sterk gebogen achterbeenen het lichaam meer naar voren dan omhoog drijven; het kruis blijft gedurende de beweging lager beneden de schoft dan normaal. — Naar de wijze van draven onderscheidt men nog o.a de volgende soorten: De stekende d., waarbij de voorbeenen, na met geringe kniebuiging weinig opgelicht te zijn, worden gestrekt. — De zwemd, waarbij de voorbeenen hoog en gestrekt vooruit worden gebracht, terwijl de achterhand slechts met moeite en sleepende volgt; is dus een slecht uitgevoerde Spaansche d. en wordt nogal eens in circussen vertoond, De steppende d., waarbij de voorknie hoog en krachtig wordt gebogen, is tegenwoordig voor tuigpaarden zeer gezocht en komt het schitterendst voor bij de Norfolkdravers of Hackneys. Nog onderscheidt men den opgewekten d., dien vrijdravende paarden dikwijls gaan en den monsterd., die het paard kunstmatig wordt geleerd teneinde gebreken oi minder goede ontwikkeling van den gang te verbergen. Het tempo van den gewonen d (middeltempo) is in Ned. voor de cav. 225 M en op marsch 200 M. in de minuut; bij de art. 225 M. en van den sterken d. 300 M.