Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Diagonaal

betekenis & definitie

Diagonaal - in het platte vlak: de verbindingslijn van twee niet tot eenzelfde zijde behoorende hoekpunten van een vlakken veelhoek; in de ruimte: de verbindingslijn van twee niet tot eenzelfde zijvlak behoorende hoekpunten van een veelvlak. In uitgebreider zin: wanneer men in het platte vlak van 4 lijnen a, b, c, d alle snijpunten bepaalt, krijgt men 6 snijpunten; n.l. a/b, a/c, a/d, b/e, b/d, c/d\ de 4 lijnen a, b, c, d vormen met deze 6 snijpunten een z.g. volledige vierzijde. De 6 snijpunten hebben behalve de 4 lijnen a, b. c, d nog 3 verbindingslijnen 2 aan 2, nl. p die a/b met c/d verbindt, q die a/c met b/d verbindt en r die a/d met b/e verbindt.

Deze 3 lijnen p, q, r heeten de diagonalen van de volledige vierzijde. — 2) de benaming, die vaak wordt gegeven aan een wandstaaf van een vakwerk dat min of meer schuin ligt ten opzichte van de randstaven. In tegenstelling hiermede noemt men de staven, die zuiver of nagenoeg rechthoekig t. o. v. de randstaven zijn aangebracht, de verticalen.

< >