Doodstraf - De tegenkanting tegen de doodstraf dateert voornamelijk uit het midden van de 18e eeuw. Vooral Beccaria heeft haar toen bestreden. De bezwaren, aan deze straf verbonden, zijn zeer gewichtig. Vooreerst hare onherstelbaarheid in geval van rechterlijke dwaling.
Verder snijdt zij hem, die haar ondergaat, den weg af, zich te beteren; zij werkt bovendien demoraliseerend op hem, die haar moet voltrekken. Te haren gunste wordt aangevoerd de afschrikwekkendheid, maar hierin wordt zij waarschijnlijk door sommige andere straffen overtroffen. Ook geldt dit weinig bij strafbare feiten, in opwinding bedreven, terwijl de afschrikkende werking vrijwel geheel verloren gaat, wanneer de rechter, zooals veelal het geval is, vooral uit vrees voor dwaling, huiverig is haar uit te spreken en, ingeval hij zich daartoe genoopt ziet, de straf nog in den regel van regeeringswege door middel van gratie in een andere straf wordt veranderd. Toch wordt de doodstraf verdedigd (vooral door de nieuwere Italiaansche strafrechtrichting) als middel, den misdadiger onschadelijk te maken en zoodoende de maatschappij op de zekerste wijze tegen de misdaad te beschermen. Verder wordt zij, vooral van godsdienstige zijde, als vergeldingsmaatregel noodzakelijk geacht, waarbij soms een beroep wordt gedaan op verschillende plaatsen der Heilige Schrift. — De wijze van executie is verschillend. In Frankrijk en Duitschland geschiedt de voltrekking door onthoofding (guillotine), in Engeland, Rusland en Oostenrijk door ophanging, in Servië en Montenegro door fusilleeren, in Spanje door verworging (garotte), in New-York door electriciteit. — Vooral vroeger werd de straf soms verscherpt (zgn. gequalificeerde doodstraf), b.v. door voorafgaande pijniging. — In de meeste landen geschiedt de executie in het openbaar, in andere op een besloten plaats. Het eerste heeft ten doel de afschrikwekkende werking te verhoogen. Het werkt echter in hoofdzaak demoraliseerend op de bevolking, welke de executie als een openbare vermakelijkheid beschouwt en bovendien soms den ter dood gebrachte als den held van den dag beschouwt. — Hier te lande bestond ten tijde der Republiek de doodstraf evenals elders.
Door het Crimineel Wetb. van 1809 werd zij gehandhaafd; de voltrekking geschiedde door strop of zwaard; de eerste wijze werd als de meest onteerende beschouwd. In den Code Pénal nam de doodstraf een belangrijke plaats in: in 34 artt. werd zij bedreigd, in art. 13 (vadermoord) zelfs in verscherpten vorm. Wat de wijze van voltrekking betreft werd voor ons land bij Souv. Besl. van 1813 (art. 5) tot het Wetb. van 1809 (strop of zwaard) teruggekeerd. In de praktijk had alleen ophanging plaats. Bij de wet van 29 Juni 1854, Stb. 102, werd het aantal gevallen beperkt. Sinds 1861 werd geregeld gratie verleend. Formeel werd de doodstraf voor het burgerlijke strafrecht afgeschaft bij wet van 17 Sept. 1870, Stb. 162.
In het militaire is zij nog gehandhaafd voor misdrijven, in tijd van oorlog of voor den vijand gepleegd, en voor verschillende misdrijven uit het Crim. Wetb. voor het Krijgsvolk te Water, voor zooverre deze misdrijven aan boord worden gepleegd in volle zee of in den vreemde ook in tijd van vrede. Volgens het nog niet in werking getreden nieuwe Wetboek van Militair Strafrecht van 27 Apr. 1903, Stb. 111, gew. 7 Jan. 1911, Stb. 5, wordt bij schuldig verklaring aan misdrijf, waarop in dat wetb. de doodstraf is gesteld, die straf niet uitgesproken dan ingeval de rechter oordeelt, dat de veiligheid van den staat hare toepassing eischt (art. 9). Volgens art. 31 kan de doodstraf in het algemeen worden uitgesproken, indien een misdrijf, waarop bij het gemeene recht levenslange gevangenisstraf is gesteld, is gepleegd in tijd van oorlog door een aan de militaire rechtsmacht onderworpen persoon, en de rechter oordeelt, dat de veiligheid van den staat de doodstraf eischt. De straf wordt uitgevoerd met den kogel (art. 7.) — De doodstraf is verder afgeschaft in Roemenië (1864), Portugal (1867), Italië (1890, Toscane reeds 1786-1795, 1847-1852 en sinds 1859), Noorwegen (1904), sommige Zwitsersche kantons, Montenegro (alleen voor vrouwen). België kent haar nog, maar past haar niet meer toe.