Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Haren

betekenis & definitie

Haren bij planten zijn uitgroeisels van de opperhuid. Zij kunnen daarbij ééncellig blijven, of meercellig worden, waarbij zij al of niet vertakt kunnen zijn. Aan de aanwezigheid en den aard van de haren is een deel van het uiterlijk van de planten te danken, b.v. het wollige uiterlijk van de Toorts.

Bijzondere vormen van haren zijn brandharen bij de brandnetel, of klierdragende haren, zooals zij b.v. bij lipbloemigen voorkomen; een oppervlakkige aanraking van de plant is voldoende om het afscheidingsproduct, de aetherische olie, in aanraking met de vingers te brengen. Vandaar de geur, die deze planten verspreiden. Waterabsorbeerende haren vindt men aan de wortels.