Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Diktegroei

betekenis & definitie

Diktegroei - komt bij stengels en wortels van Gymnospermen en Dicotylen voor, daarentegen zelden bij Monocotylen. Hier behouden de stengels hun oorspronkelijke dikte, ten gevolge waarvan zij een cylindrischen vorm bezitten (vele palmen, bamboe, enz.); alleen bij enkele palmen en boomachtige Liliaceae — zooals Dracaena, Yucca, Aloë kan later een bijzondere vorm van diktegroei optreden.— Bij de Gymnospermen en Dicotylen vindt men in jonge stengels een kring van vaatbundels; daarin vormt zich een cambium, eveneens in de mergstralen tusschen de vaatbundels liggende. Dit op die wijze ringvormige cambium gaat door celdeeling naar buiten toe bast, naar binnen toe hout vormen. Gedurende den winter staat die cambiumwerkzaamheid stil; daar bovendien het voorjaarshout in bouw afwijkt van het later in het jaar gevormde, krijgt men scherpe grenzen tusschen de jaarringen, met behulp waarvan de leeftijd van een doorgezaagden stam bepaald kan worden.

< >