Wat is de betekenis van Diktegroei?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

diktegroei

diktegroei - zelfstandig naamwoord uitspraak: dik-te-groei 1. toenemen in dikte ♢ de diktegroei van deze stengels gaat erg langzaam Zelfstandig naamwoord: dik-te-groei de diktegroei Tegenstellingen len...

2024-04-20
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

diktegroei

(secundaire), periodisch dikker worden van stengel, stam en wortel. Tussen primaire bast en hout bevindt zich een delend weefsel, cambium. De cellen hiervan delen zich in twee richtingen zodat secundair hout en secundaire bast gevormd worden.

2024-04-20
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Diktegroei

(plantk.) is de toename van de doorsnede van nog jonge cellen en ook de toename in dikte van weefsels door vermeerdering (en vergroting) van meristematische cellen. Bij alle planten vindt men zulke celgroepen nabij de groeitop. Bij coniferen en dicotylen vindt men tussen hout en bast een cellaag, die het cambium wordt genoemd en die gedurende het g...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Diktegroei

(plantk.) (afb. kol. 87). Stengels en wortels van planten hebben hun kleinsten diameter onmiddellijk aan den top, het groeipunt, waarvan de cellen zich door deeling vermenigvuldigen. De aldus ontstane cellen strekken zich in de lengte en in de breedte, zoodat lengtegroei en diktegroei plaats hebben. Deze d., die primaire d. genoemd wordt, omdat die...

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Diktegroei

Diktegroei - komt bij stengels en wortels van Gymnospermen en Dicotylen voor, daarentegen zelden bij Monocotylen. Hier behouden de stengels hun oorspronkelijke dikte, ten gevolge waarvan zij een cylindrischen vorm bezitten (vele palmen, bamboe, enz.); alleen bij enkele palmen en boomachtige Liliaceae — zooals Dracaena, Yucca, Aloë kan later een bi...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Diktegroei

m., 1. groei van een orgaan in de breedte; toename van de omvang van stammen en wortels. Diktegroei van stam en wortel komt bij de zaadplanten (Spermatophyta) tot stand door de werkzaamheid van het cambium. Door deling van de cellen van deze cambiumcilinder wordt naar binnen hout en naar buiten bastweefsel afgezet. In gematigde streken staat in de...

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten