Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dartois

betekenis & definitie

Dartois - 1) Dartois (François Victor Armand d’Artois de Bourneville), Fr. tooneelschrijver, 1788-1867, was een der vruchtbaarste en geestigste vaudevillisten van zijn tijd, Tot de meest bekende behooren: o.a. les Femmes soldats (1809); la Partie carrée (1811); le Perruquier et le Coiffeur (1824); Monsieur Pique-assiette (1824); Paris et Londres (1827); le Château de mon oncle (1827); la Grisette mariée (1829); le Curé de Champaubert (1835); la Gardeuse de dindons (1845); Un domestique pour tout faire (1846); Reculer pour mieux sauter (1854).

2 ) Dartois (Jules François Armand d’Artois de Bourneville), Fr. dichter- en tooneelschrijver, kleinzoon van F. V. A. Dartois, geb. te Parijs 1845, werd conservator der „Bibliothèque Mazarine”, schreef gedichten, romans en vooral tooneelstukken (meest met anderen), waarvan de voornaamste zijn; le Capitaine Ripaille (1867); le Petit marquis (1877); la fausse Belle-mère (1877); le Nid des autres (1878); le Bourgeois de Lille (1883); l'Affaire Clémenceau (1890); la Fermière (1890); une Idylle tragique (1896); les Antibel (1899).

< >