Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bourgeois

betekenis & definitie

Bourgeois - (Fr.), oorspronkelijk de vrije bewoner van een „bourg” (vlek, dorp, stad), in tegenstelling van den „manant”, den „vilain” en den „serf”. De beteekenis van het woord heeft zich in verschillende richtingen ontwikkeld en kan thans aanduiden:

1) iemand, die tot den middenstand behoort (tegenstellingen „prolétaire” en „noble”);
2) iemand, die niet tot den militairen stand behoort of den militair, die geen uniform draagt („être en bourgeois”);
3) den patroon, in tegenstelling met den arbeider;
4) den klant (in de taal der Parijsche koetsiers); 6) iemand, die smaak en goede manieren mist. Twee typen dienen nog vermeld te worden: Molière’s „Bourgeois gentilhomme”, de ijdele burgerman Jourdain, die. ondanks zijn jaren, alles in het werk stelt, om zich de taal, manieren en omgangsvormen van de hoogere wereld eigen te maken en zoodoende hoopt opgenomen te worden in de adellijke kringen van Parijs; en de moderne „bourgeois satisfait”, de man, die zijn schaapjes op het droge heeft, voldaan is over de maatschappelijke toestanden, die hem in zijn streven naar rijkdom en aanzien zoo goed gediend hebben, met minachting neerziet op den strijd om het bestaan, dien anderen te voeren hebben, en ongevoelig blijft voor de nooden van het volk.