Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Daniël (leeuwenkuil)

betekenis & definitie

Daniël (leeuwenkuil) - Daniël (Hebr.: God is mijn richter), een Bijb. figuur, op wiens naam een der profetische boeken van het O. T. staat, en welk boek tevens de levensgeschiedenis van D. bevat (Hoofdst. 1-7). D. leeft met zijn drie vrienden Hananja, Misael en Asarja aan het hof van Nebucadnezar, waar ze hun namen veranderen resp. in: Beltsazar, Sadrach, Mesach en Abed-Nego, en waar D. zich vaardig toont als droomuitlegger. Wegens hun besliste weigering van afgodendienst worden de drie vrienden van D. in een brandenden oven geworpen en D. zelf in een leeuwenkuil, waarbij ze door God wonderdadig worden bewaard, en waarop de koning hem met eere overlaadt. Bovendien verklaart D. een geheimzinnig schrift, dat zich aan den wand vertoonde bij gelegenheid van een koninklijk feestmaal: „mene mene tekel Upharsin”, en dat door D. wordt uitgelegd als inhoudende het oordeel over het rijk, en aankondiging van zijn ondergang.

Het 2e deel van het D.-boek bevat visioenen en draagt een sterk apocalyptisch karakter. Het boek D. is waarsch. in 165 v. Chr. geschreven, tijdens de zware tijden onder Antiochus Epiphanes, en bedoelt de Joden te troosten door uit de geschiedenis aan te toonen, dat de vromen het tòch winnen, en met visioenen te bewijzen, dat deze verdrukking de laatste is: binnen ruim drie jaar zal het Messiaansche rijk aanbreken. Wie de schrijver van het boek is, weten we niet: naar de wijze van dien tijd kiest hij als pseudoniem den naam van een oude figuur uit Israëls geschiedenis, (Vgl. Ez. 14,14, 20; 28, 3), die met Noach en Job in één adem wordt genoemd. Zoo krijgt dit apocalyptisch geschrift uit de 2e eeuw v. Chr. het karakter van een profetisch boek.

< >