Course (Fr.), wedloop van paarden; bestaat uit wedrennen en harddraverijen. De oorsprong van het c.-wezen in Europa ligt in Engeland, tijdens den partijstrijd van de Witte en Roode Roos. Toen n.l. de pogingen der Kruisvaarders voor een groot gedeelte mislukten tengevolge van de zooveel grootere snelheid en het grooter uithoudingsvermogen van het Aziatische, ten opzichte van het toenmalige Europeesche paard, werden de eerste pogingen gedaan, om het laatste door invoer van het eerste te verbeteren. Vervolgens werd een bruikbaarheidsproef ten aanzien van beide genoemde hoofdeigenschappen van een goed paard uitgedacht, waardoor de c. ontstonden.
Die proeven werden geleidelijk verzwaard en breidden zich over de verdere landen van Europa uit. Door doelmatige c. en daarmee verband houdende fokkerij ontstond het bovenal uitmuntende volbloedpaard en voorts het halfbloed en de draver, terwijl tengevolge van verdere kruising talrijke rassen door het inbrengen van „bloed” verbeterden. Onafscheidelijk aan de c. verbonden zijn de gelegenheden om te wedden; zonder deze kunnen de onkosten aan de c.-instelling verbonden niet worden gedekt.
— In Ned. ontstond het c.-wezen in 1879 op instigatie van de Holl. Mij. van Landbouw, naar aanleiding van het fiasco van den Ned. harddraver uit dien tijd over langere afstanden dan 800 M. op de tentoonstelling te Parijs gemaakt. Het opperlichaam van de Ned. c.-instelling is de Ned. Harddraverij- en Renvereeniging, dat het betreffende reglement vaststelt. Elke vereeniging, die in Ned. c. uitschrijft, is verplicht deze reglementen toe te passen, op straffe van disqualificatie der vereeniging, der baan en der deelnemers.
De N. H. en R. V. stond aan elke c.-vereeniging op haar baan gelegenheid tot wedden toe door den totalisator en bij den bookmaker. De verschillende c.-terreinen in Ned. zijn: Mij. Duindigt (Wassenaar), Mij. Woestduin (Vogelenzang), Alg. Harddraverij-Ver. (Bussum), Kennemer Sportclub (Bergen), Friesche Sportclub (Leeuwarden), Bredasche Harddraverij- en Renvereeniging, en Harddraverij-Vereeniging Groningen.
— Door het wettelijk verbieden van den totalisator in Ned. in 1909 werden het c.-wezen, en in het bijzonder de wedrennen en de inlandsche volbloedfokkerij, sterk benadeeld. Eenige renstallen werden naar het buitenland verplaatst, andere opgeheven. De rijpaardenfokkerij, die in opkomst was gekomen, ging weder verloren.