Coninxloo (Gillis), Vlaamsch schilder, geb. te Antwerpen in 1544, gest. te Amsterdam 1607, lid van een talrijke kunstenaarsfamilie, reist in zijn jeugd o.a. naar Frankrijk, wijkt in 1585 wegens geloofsvervolging — C. was Protestant — naar Duitschland uit, waar hij sedert 1587 in Frankenthal woont om in 1595 naar Amsterdam te verhuizen. Daar schijnt de verkooping van zijn nalatenschap een belangrijke gebeurtenis op kunstgebied geweest te zijn. — C. is voor de ontwikkeling der landschapsschildering zeer gewichtig. In zijn werken treedt langzamerhand in de plaats van de phantastisch uit rotsen en vreemdgevormde bergen opgezette natuur de weergave der werkelijkheid. De verschillende plans, die bij ouderen als coulissen achter elkaar stonden, versmelten bij C. tot een gelijkmatig perspectief en de traditioneele verdeeling in een bruinen voorgrond, groen middelstuk en blauwen einder verdwijnt.
Eerst in C.’s Amsterdamsche periode, waartoe in Weenen bewaarde schilderijen behooren, wordt deze ontwikkeling voltooid. Reeds Van Mander meldt, dat de invlood van C. op de Nederlandsche schilders groot was en sedert zijn komst hun manier van boomenschilderen zich geheel wijzigde. — Litteratuur: Thieme-Becker’s Allgem. Künstler-lexikon VII 302-304, M. Rooses, Geschichte der Kunst in Flandern 188-189.
