Cassianus - (Johannes), kerkelijk schrijver, wetgever van het kloosterleven voor Zuid-Gallië (en Spanje), tegenstander van Pelagius en Nestorius, vader van het Semipelagianisme, omstr. 350 geb. (waar, onzeker), overl. niet na 345; reeds vroeg met zijn vriend Germanus in een klooster bij Bethlehem, later met dezen in Egypte; daarna leerling van den H. Chrysostomus, door dezen tot diaken gewijd, en nadat Chrysostomus ten tweede male verbannen was, als zijn gevolmachtigde naar Rome gezonden tot Paus Innocentius I (403); aldaar waarschijnlijk priester gewijd, kwam C. omstr. 415 naar Massiiia, waar hij een mannen- en een vrouwenklooster bouwde, schreef op verzoek van den heil. bisschop Castor van Apt (voormalig bisdom in Z.O.-Frankrijk) zijn 2 hoofdwerken: de institutis coenobiorum et de octo princip. viliorum remediis (ad exterioris hominis observantiam) en Collationes XXIV (ad disciplinam interioris hominis ac perfectionem cordis). Vooral de Collationes waren zeer gewaardeerd, door den heil. Benedictus en Cassiodorus als lezingen aanbevolen en als zoodanig veel gebruikt.
Hoewel tegenstander van Pelagius laat C., in tegenstelling met den heil. Augustinus, het begin der goede werken en de voorbereiding op de genade van den mensch alleen uitgaan, en werd zoo de vader van het Semi-pelagianisme en als zoodanig door Augustinus (de praedestinatione sanctorum en de dono perseverantiae) en Prosper van Aquitanië (de gratia Dei et de libero arbitrio en Adversus Collatorem) bestreden. Op verzoek van den lateren Paus Leo I vervaardigde hij zijn laatste werk: De incarnatione Domini contra Nestorium (tusschen 423 en 431).