Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Cambridge

betekenis & definitie

Cambridge - 1) ook Cambridgeshire of Cambs, graafschap van het Z.O. van Engeland, 2100 K.M2., 198.000 inw.; hoofdrivieren: de Nene aan de Noordgrens, en de Ouse met de Cam en de Lark. Het Noordelijk deel van C. behoort tot het, het Fendistrict genoemde, ingepolderde laagveengebied om den Washboezem; het is vruchtbaar, wordt doorstroomd door den benedenloop van de Nene en de Ouse en is rijk aan koren en vee. Dit gedeelte, de landstreek benoorden de Ouse, heet naar de stad Ely Ely-eiland (Isle of Ely). Het Z., het gebied van de Cam, zijrivier van de Ouse, is een uit krijt en groenzand bestaand heuvelland.

2) schilderachtige hoofdstad van het gelijkn. graafschap, tweede universiteitsstad van Engeland, 50.000 inw.; de stad ligt aan de op twaalf plaatsen overbrugde Cam, en heeft vele oude, onregelmatig gebouwde wijken met nauwe straten en over het geheel een half-middeleeuwsch aanzien; industrie ontbreekt geheel; de stad bestaat hoofdzakelijk van de universiteit; aan bezienswaardigheden bezit zij de universiteitskerk Saint-Mary the Great, de oudste en een der grootste van Engeland, het statige Fitzwilliam Museum, het Senate House, de Pitt Press (universiteits-drukkerij), Addenbrooke’s Hospital en bovenal de gebouwen en tuinen der Colleges. — C., onder den naam Cair Grant door de Britten gesticht, heette ten tijde der Romeinen Camboritum, en op het einde der middeleeuwen Grantebrigg of Cantebrigge. De hoogeschool vormt een zelfstandige gemeente en heeft tegenover de stad vele privilegiën bewaard (licensed lodgings, enz.); zij werd in den aanvang der 13de eeuw gesticht; zij geniet geen staats-subsidie en is geheel vrij ten opzichte van leerplan, inwendig beheer en examens; zij beschikt over twee zetels in het parlement; aan het hoofd van het huishoudelijk bestuur staat de Vice-Chancellor, bijgestaan door den Registrary (archivaris), een Commissary, een Librarian, enz.; naar buiten wordt de hoogeschool vertegenwoordigd door den Chancellor, bijgestaan door een High Steward en een Deputy High Steward. Zij heelt 12 bijzondere vakken, die eenigermate met de faculteiten in Nederland overeenstemmen; elk dezer vakken draagt den naam van Special Board of Studies; de 12 Special Boards of Studies zijn die van Divinity, Law, Medicine, Classics, Medieaval and Modern Languages, Oriental Studies, History and Archaeology, Moral Science (philosophie enz.), Mathematics, Physics and Chemistry, Biology and Geology, Music. Zij bezit 17 Colleges en 2 zg. Hostels; onder deze zijn Trinity, St. John’s en King’s College de schoonste; het oudste is St. Peters College, meestal Peterhouse geheeten, in 1284 opgericht naar het model van Merton College te Oxford; in den nieuwen tijd werden 2 Hostels gesticht, nl. het streng kerkelijke en goedkoope Selwyn College (1882) en Ayerst Hall (1884) voor arme studenten; twee vrouwen-colleges, nl. Girton College (1873 gesticht) en Newnham College (1876 geopend) staan geheel op zichzelf en behooren niet tot de hoogeschool. Alle Colleges zijn geheel zelfstandige internaten met eigen huishoudelijk bestuur. De studeerenden blijven meest 3, zelden 4 jaren in C.; gedurende den cursus 1913—14 had de Universiteit 140 hoogleeraren en leeraren en ± 3000 studenten. — 3) stad in den staat Massachusetts, in ’t N.O. der Vereenigde Staten; aan den linkeroever en aan den mond van de Charles River, tegenover Boston, waarmee het door middel van vele bruggen en tramlijnen verbonden en geheel samengegroeid is; 112.000 inw. In 1636 stichtte de staat hier een theologenschool, die weldra zich ontwikkelde tot de bekende Harvard-University*, waar onderwijs gegeven wordt in theologie, rechten, medicijnen, tandheelkunde en landbouwkunde. De universiteit telt thans ongev. 6000 studenten en 660 professoren. De stad werd in 1630 onder den naam „Newton” gesticht; later werd zij genoemd naar de beroemde Engelsche Universiteitenstad.