Bloedregen (ook wel bloedsneeuw of bloeddauw), een door verschillende oorzaken rood gekleurde neerslag, die in vroegere tijden aangezien werd als voorteeken voor naderende rampen. In vele gevallen schijnt de roode kleur te moeten worden toegesehreven aan rood stof, dat vooral in de Sahara bij sterken Oostenwind naar het W. gedreven wordt. Ook komt het voor, dat in de Algiersche en Marokkaansche woestijnen bij de ontwikkeling van een depressie een enorme massa van dat stof omhoog wordt gevoerd en door luchtstroomen uit het Z. vaak met een grooten omweg boven Europa komt en daar den regen of de sneeuw vuilrood kleurt. Op groote schaal heeft zich dat verschijnsel voorgedaan van 9—12 Maart 1901.
In andere gevallen zijn organismen de oorzaak. Men treft soms op stilstaand water, dat sterk door de zon beschenen wordt, bloedroode plekken aan, ophoopingen van de Flagellaat Euglena sanguinea, een eencellig dier, dat in die plekken in enorme massa voorkomt. Ook in Alpenmeertjes doet zich dat verschijnsel vaak voor. Een ander organisme is Haematococcus pluvialis, een eencellig wier, dat soms in dakgoten, of op platte daken en dergel. plaatsen zich zeer sterk vermenigvuldigt en door zijn roode kleur het water schijnt rood te kleuren. De verwante vorm Haematococcus nivalis is de oorzaak van de roode sneeuw in berglanden en de poolstreken.