Behangen - met papier beplakken van muren. Als regel geldt, dat binnenmuren en ook buiten muren, die van een spouw* voorzien zijn, zonder nadeel direct op den muur kunnen worden behangen. Daartoe moet deze geheel droog zijn, omdat anders het papier verkleurt, vlekt of gaat schimmelen en soms zelfs geheel afvalt. Moet een niet volkomen droge muur toch behangen worden, dan kan men daarop een tijdelijk behang of grondpapier van effen kleur plakken. Een buitenmuur zonder spouw is te vochtig voor een direct behang, daarom dient men dien eerst te betengelen*. Op de behangtengels wordt dan een poreuze soort linnen gespannen, het behanglinnen of behangsellinnen*, met vertinde spijkers op de tengels bevestigd.
Door de dikte van de betengeling blijft er een ruimte van 2 a 3 c.M. tusschen den muur en het behanglinnen. Op het linnen wordt het papier geplakt door middel van stijfsel of een pap van roggebloem, welke op het papier wordt gestreken. Men plakt gewoonlijk twee papierlagen over elkaar, n.l. het grondpapier en net in het gezicht komend behangselpapier. Voor grondpapier neemt men dikwijls couranten, welke naast elkaar op het linnen of bij binnenmuren direct op het muurvlak worden geplakt. Ook is hiervoor een speciale sterkere papiersoort van grauwe kleur in vellen in den handel.
Nadat het papier met het plakmiddel bestreken is en liefst eenige oogenblikken daarmee gelegen heeft, zoodat het er wat ingetrokken is, wordt het op het linnen of den muur gehecht en uitgestreken en daarna met een borstel aangeklopt ter betere bevestiging. Voor de ventilatie en om het drogen van de muur zijde van het behang te bevorderen, laat men in het grondpapier hier en daar wel kleine openingen van enkele centimeters in het vierkant. Als het grondpapier geheel droog en hard geworden is, kan het behangselpapier er over geplakt worden. Dit geschiedt op een soortgel. wijze als voor het grond papier omschreven is. Alleen heeft men er hierbij op te letten, dat de plaknaden zuiver vertic. loopen en dat het papier op deze naden juist tegen elkaar aansluit, inzonderheid als het met fig. of ornament bedrukt is. Langs de boven- en onderzijde, of alleen langs de bovenzijde, wordt gewoonlijk een horizont, dwarsstrook of rand geplakt, waarvoor speciaal randpapier in den handel is, van geringe tot grootere breedte; de breede bovenranden bedoelen dan meer een soort fries*.