Baumgartner

betekenis & definitie

Baumgartner (Alexander), Jezuïet, schrijver, geb. 27 Juni 1841, te St.-Gallen; hij trad in 1860 in de Jezuïeten-orde, studeerde te Münster en Maria Laach, werd in 1872 tot priester gewijd en ging bij de verdrijving der Jezuïeten omstr. dezen tijd naar Engeland, vervolgens naar België en Nederland, deed studiereizen in Duitschland, Rusland en IJsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen; en schreef intusschen verschillende litteratuur-histor. verhandelingen b.v. over Goethe o.a. Goethe, sein Leben und seine Werke (1885-1886); verder Lessings religiöser Entwicklungsgang (1877); zijn Joost van den Vondel, sein Leben und, seine Wercke (1882) werd door Alberdingk Thijm in het Nederl. overgebracht. Zijn hoofdwerk is: Geschichte der Weltlitteratur (sinds 1897); hij was vele jaren medewerker van het tijdschrift „Stimmen aus Maria Laach” (thans genaamd „Stimmen der Zeit”); gaf ook reisbeschrijvingen uit, o.a. Reisebilder aus Schotland 1884 en Island und die Färöer, 1889; Durch Skandinavien nach St. Petersburg, 1890. Overl. 5 Sept. 1910.