Bamberg

betekenis & definitie

Bamberg - een der schoonste steden van Beieren en geheel Duitschland, voorheen hoofd- en residentiestad van een zelfstandig hoogstift; de stad ligt; in het reg.-district Oberfranken, ten deele in een vlakte, ten deele op zeven met kerken gekroonde heuvels, aan de Regnitz; 48.000 inw.; katoenspinnerijen, bierbrouwerijen, groenteteelt. B. werd waarschijnlijk in 804 door Saksische landverhuizers gesticht; op het einde der 9de eeuw werd deze stichting door den Graaf van Babenberg aanmerkelijk uitgebreid, zoodat deze meestal als de stichter der stad wordt beschouwd. In 908 werd B. met haar gebied aan de koninklijke domeinen toegevoegd, door landgraven bestuurd en eindelijk aan het toenmalig hertogdom Beieren afgestaan, waarna, het in 1002, toen Hertog Hendrik II van Beieren Roomsch-koning was geworden, door dezen tot een bisdom werd gemaakt. De stichting van het bisdom B. werd in 1007 door Paus Johannes XVII bekrachtigd; in 1802 werd het opgeheven, de laatste bisschop was Christoph Franz von Buseck. Tengevolge van het concordaat van 1817 wordt de plaats van den voormaligen bisschop thans ingenomen door een aartsbisschop, wiens diocese zich over geheel Noordelijk Beieren uitstrekt.