Atticus - (Titus Pomponius), historicus en letterkundige uit Cicero’s tijd, bevriend met Hortensius, Cicero, Nepos (die zijn leven heeft beschreven) en Varro. Bovendien was hij boekhandelaar en de door zijne slaven geschrevene exemplaren hadden een goeden naam. Van zijne werken, die ons niet zijn bewaard gebleven, was het belangrijkste de liber annalis, een chronologie van de oude geschiedenis sedert 753 v. C., het jaar der stichting van Rome, tot zijn eigen tijd: ook letterkundige merkwaardigheden waren in dat boek behandeld.
Verder vervaardigde hij monOgraphieën over aanzienlijke Rom. families, een gedenkschrift over Cicero’s consulaat, e. a. Hij had zich, om de woelingen te Rome te ontgaan, als jonge man naar Athene begeven, waar hij vele jaren bleef wonen en studeeren (vandaar zijn bijnaam Atticus) tot den dood zijns ooms Q. Caecilius, die hem had geadopteerd, zoodat hij sedert Q. Caecilius Pomponianus Atticus heette. Hij bekleedde een eigenaardige positie: buiten de partijen staande en zonder ooit een staatsambt te bekleeden, was hij met de hoofden van alle partijen bevriend en door hen geliefd om zijn zacht en edel karakter. Hij stierf in 32 v. C. op 77-jarigen leeftijd.