Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Atoom

betekenis & definitie

Atoom - 1) Volgens de atoomtheorie van Dalton (begin der 19e eeuw) zou ieder chemisch element uit zeer kleine deeltjes bestaan, die niet voor verdere verdeeling vatbaar zouden zijn, en met den naam a. werden aangeduid. In beginsel is aan deze voorstelling tot in den tegenwoordigen tijd vastgehouden. Onder a. wordt thans verstaan het kleinste deeltje van eene enkelvoudige stof (element), dat zich met dergelijke deeltjes van andere enkelvoudige stoffen tot een molecule kan verbinden in den zin, dien de scheikunde aan dit woord hecht. Op deze onderstelling is de geheele hedendaagsche scheikunde opgebouwd.

Behalve met a. van andere elementen tot een molecule eener verbinding kan een a. zich ook verbinden met een of meer gelijksoortige a., waardoor moleculen van een element ontstaan; voorbeelden hiervan leveren de tweeatomige gassen, zooals zuurstof, stikstof, waterstof j enz., waarbij moet worden aangenomen, dat het molecule uit twee a. bestaat, terwijl bij andere gassen moleculen voorkomen, uit meer dan twee a. bestaande (b.v. ozon, dat uit drie a. zuurstof bestaat). In de verbindingen, zoowel in die met ongelijksoortige als in die met gelijksoortige a., behouden de a. in physisch opzicht nog eene zekere individualiteit. Dit blijkt o. a. daaruit, dat ze deelnemen aan de warmtebeweging. Wordt een samengesteld gas verwarmd, dan neemt niet alleen de kinetische energie der moleculen, als geheel beschouwd, toe, doch tevens die der a. binnen het molecule. Bij vloeibare verbindingen maken, analoog aan de meeratomige gassen, de a., met behoud van eene zekere individualiteit daarin, deel uit van een bepaald moleculair verband, zoodat één bepaald a. beschouwd kan worden als te behooren tot één bepaalde molecule. Eerst in z.g. gedissocieerde verbindingen (zoowel gasvormige als vloeibare) voeren de a. een meer zelfstandig bestaan, doordat ze zich afwisselend geheel vrij bewegen, om vervolgens weer deel uit te maken van een bepaald moleculair verband (zie DISSOCIATIE). Ook in oplossingen voeren de a.,resp. groepen van a., voorzien van sterke electrische ladingen, in den vorm van ionen grootendeels een zelfstandig bestaan (zie ELECTROLYTISCHE DISSOCIATIE). In vaste, gekristalliseerde verbindingen zijn, op grond van onderzoekingen over de buiging der Röntgenstralen, W.H. en W.L. Bragg tot de conclusie gekomen, dat de a. zelf of zekere atoomgroepen volkomen regelmatig in vaste punten van een driedimensionaal rooster zijn geplaatst; van een eigenlijk moleculair verband is daar eigenlijk geen sprake, aangezien één bepaald a. aan verschillende omringende a. of atoomgroepen zou kunnen worden toegevoegd teneinde een molecule te vormen, zonder dat ééne bepaalde combinatie de voorkeur zou Zijne broeders zijn Prometheus en Epimetheus; bij Pleione verwekt hij de Plejaden en de Hyaden, bij Hesperis de Hesperiden.

2) de bovenste halswervel, dus genaamd, omdat hij het hoofd draagt.
3) een verzameling landkaarten enz.; het eerst werd deze benaming gebruikt door Gerardus Mercator, in zijn „Cosmographicae Meditationes de fabrica mundi et fabricati”, 1595. Uit de hierin voorkomende voorrede, de Praefatio in Atlantem, blijkt, dat hij den naam ontleende aan de mythische figuur.
4) een gladde, effen zijdestof met een kenmerkenden glans, verkregen doordat bij het weven de schering zichtbaar wordt gemaakt.
5) een der sterren van het Zevengesternte.

< >