Armada (sp.) - gewapende macht, oorlogsvloot. In het bijzonder bedoelt men met A. de zgn. Onoverwinnelijke Vloot, in 1588 door Philips II uitgezonden, om na de terechtstelling van Maria Stuart de kroon van Engeland op Elisabeth te veroveren en voorgoed den opstand in de Nederlanden den kop in te drukken. Deze vloot bestond uit 130 groote en 30 kleine schepen, telde 30.000 koppen en had tot admiraal den onbekwamen hertog de Medina Sidonia.
Mede bevonden zich aan boord een groot-inquisiteur en 150 Dominicaners. Aan de Vlaamsche kust zou de Hertog van Parma met een leger van ruim 30.000 man opgenomen worden, doch deze werd door de Hollanders en Zeeuwen in Duinkerken en Nieuwpoort opgesloten. In het Kanaal werd de A. door de veel minder talrijke en sterke Engelsche vloot onder de admiraals Howard en Drake aangevallen en voor een deel door geschutvuur en branders vernietigd, waarop Medina Sidonia, daar Zuidenwind terugkeer door het Kanaal onmogelijk maakte, besloot Noordwaarts om Schotland en Ierland heen terug te zeilen. Doch op de Noordkust van Schotland verstrooide een hevige orkaan de A., zoodat slechts minder dan de helft der groote schepen, in Spaansche havens terugviel. De vernietiging der A. maakte een einde aan Spanje’s positie als groote Europeesche macht.
