Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Arakan

betekenis & definitie

Arakan - de Noordelijkste afdeeling der EngelschIndische provincie Neder-Birma, aan de Golf van Bengalen, tusschen 18° en 21° 33' N. Br. en 92° 10' en 94° 50' O.L. met eene oppervlakte van 37.600 K.M2. Van de bevolking zijn ongeveer 2/3 Boeddhisten en 1/6 a 1/7 Moslims. De bevolking wordt door de Bengaleezen M u g s genaamd, doch heet eigenlijk Rakhaingtha, d.i. lieden van Rakhaing (Arakan) en is van denzelfden stam als de beschaafde Birmanen. Hun gelaat is breed, hunne gestalte klein, doch krachtig gebouwd, hun neus plat en hunne oogen staan schuin.

Gastvrijheid en goedhartigheid gaat bij hen met onzindelijkheid gepaard. Hun taal is eenlettergrepig; het uit 36 letters bestaande alphabet is van Voor-Indischen oorsprong. Zij bezitten een eigen litteratuur, waartoe o.a. de Radsaweng of geschiedenis der vroegere koningen behoort. De meeste kinderen, die de kloosterscholen bezoeken, kunnen lezen. Bij hen komt veelwijverij en slavernij voor. De lijken worden meestal begraven, doch ook wel verbrand. De huizen bestaan uit bamboe, rusten op palen en zijn met bamboebladeren bedekt. De geschiedenis van A. begint met de invoering van het Boeddhisme uit Ceylon in 639 n. C. Tusschen 900 en 1000 werd het W. gedeelte van Birma onderworpen en bereikte A. het toppunt van zijn bloei.

In 1679 moest het de N. provincie Tsjittagong aan den Groot-Mogol Aurang-Zeb afstaan. In 1783 werd A. door Bhodan Phra van Birma en in 1826 door Engeland veroverd. De oude hoofdstad A. had vroeger 100.000 inwoners, welk aantal in 1881 tot 3000 geslonken was. Tegenwoordig is Akyab de hoofdstad, tevens de zetel van den Nederlandschen Consul. Het O. gedeelte is bergachtig en boschrijk; het verheft zich tot 2490 M. De kusten zijn laag, moerassig en ongezond. Slecht 1/18 gedeelte van den bodem is bebouwd. De hoofdproducten zijn: rijst, indigo, peper, suikerriet en teakhout. Vgl. British Burma Gazetteer II.