Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Afdeeling

betekenis & definitie

Afdeeling - 1) onderdeel van een gewest in Ned.-Indië, op Java gewoonlijk samenvallende met een regentschap; aan het hoofd der a. staat op Java een assistent-resident, behalve in de meeste a. waarin gewestelijke hoofdplaatsen liggen, waar de resident zelf hoofd van het plaatselijk bestuur is.

2) (milit.), bij de veldartillerie, onderdeel van een regiment, bestaande uit eenige, in den regel 4, batterijen. In den vestingoorlog wordt onder een afdeeling verstaan de samenvoeging van eenige batterijen, die onder de leiding van één commandant, den Afdeelingscommandant, tot het bereiken van één zelfde gevechtsdoel kunnen samenwerken; zij moeten daartoe dicht bij elkander zijn opgesteld en haar schootsvelden moeten voor het overgroote gedeelte samenvallen.
3) Van de Stat.-Gen. Krachtens art. 33 v. h. Regl. v. Orde voor de 1e Kam. en art. 15 van h. Regl. v. Orde v. d. 2e Kam. splitst ieder der Kamers van de Staten-Generaal zich in 5 afdeelingen of sectiën voor het aan de openbare beraadslagingen voorafgaande onderzoek (afdeelingsonderzoek). De leden worden bij het lot in de a. ingedeeld. Iedere a. kiest een voorzitter, vice-voorzitter en een rapporteur. De laatste houdt aanteekening van het in de a. behandelde. De 5 rapporteurs vormen met den griffier der Kamer de Commissie van Rapporteurs, welke uit de gehouden aanteekeningen een verslag samenstelt.

Wordt eerst nog gedachtenwisseling met de regeering noodzakelijk geacht, dan wordt het (eind)verslag door een voorloopig verslag voorafgegaan. De 5 afdeelingsvoorzitters vormen met den voorzitter der Kamer de Centrale Afdeeling. Zie verder de bovenvermelde Reglementen van Orde. Ook de Raad van State is in verschillende afdeelingen gesplitst, terwijl zulks ook voorkomt bij Prov. Staten en gemeenteraden.

4) (hist. geol.), onderdeel eener formatie, omvattend alle gesteenten, die gevormd zijn in dezelfde epoche.