Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Anskar

betekenis & definitie

Anskar - Ansgar of Anscharius, Apostel der Skandinaviërs, aartsbisschop van Hamburg 831—865, geb. waarsch. 801 uit aanzienlijke Frankische ouders in de omgeving van het klooster Corbie (bisdom Amiens), na den vroegtijdigen dood zijner vrome moeder in dat klooster der Benedictijnen opgenomen, waar hij de kloostervroomheid in zich opnam en een algemeene vorming genoot. Toen in 822 het Duitsche klooster Korvey (Westphalen) als eene kolonie van Corbie gesticht werd, verplaatste men hem daarheen. In opdracht van Lodewijk den Vrome vergezelde hij in 826 met nog een monnik uit Corbie (Autbert) den pas tot het Christendom bekeerden koning der Denen Harald naar Zuid-Jutland om daar het Christendom te verbreiden. Dit werk mislukte, mede ten gevolge van de verdrijving van Harald, zoodat ten slotte Anskar het moest opgeven.

Waarschijnlijk in den herfst van 829 ging hij naar Zweden om daar te prediken, waar hij veel tegenspoed had, maar toch ook vrucht, zoodat hij in 831 naar huis terugkeerde om den keizer verslag zijner missie te doen. In dat jaar stichtte Lodewijk het aartsbisdom Hamburg en benoemde hij Anskar tot aartsbisschop daarvan met het recht om naar alle landen van het Noorden missies te zenden en bisschoppen daarover te ordineeren. Bij een kort daarna gevolgd bezoek te Rome, benoemde paus Gregorius IV hem tot pauselijk Legaat voor het Noorden. Hij wijdde zich met ijver aan zijn werk. In 845 trof hem echter een zware slag, toen de Denen Hamburg overvielen en verwoestten, zoodat hij een bisschop was zonder zetel en zonder inkomsten, vele medewerkers hem verlieten en zijn heele werk verstoord scheen. In 845 werd echter door Keizer Lodewijk den Duitscher het bisdom Bremen met het aartsbisdom Hamburg vereenigd, hetgeen door paus Nicolaas I werd bevestigd in 846.

Sedert 848 resideerde Anskar nu te Bremen, zette met nieuwen ijver zijn arbeid voort, weder onder de Denen en nu met meer gevolg dan vroeger, doch evenzeer in Zweden. — Hij toonde zich in alles een vroom en werkzaam bisschop, deed vele liefdewerken,steunde de armen, kocht gevangenen los en leidde vele missionarissen op. Hij had een bijzondere voorliefde voor het monnikenleven, was zeer eenvoudig in zijn levenswijze, streng tegenover zich zelven, liefderijk jegens anderen. In vrede ontsliep hij 3 Febr. 865 te Bremen. Zijn liefste leerling Rimbert, een Vlaming, werd zijn opvolger. Kort na zijn dood werd hij door paus Nicolaas I gekanoniseerd.

< >