Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ameland

betekenis & definitie

Ameland - eiland in de Noordzee, door de Wadden van het vasteland (Friesland), door het Amelandergat van Terschelling en door het Pinkegat van Schiermonnikoog gescheiden; in de 17de eeuw werd het in tweeën gescheiden, zooals de zeeklei in de Slenk, het oude zeegat tusschen de deelen, nog te zien geeft; het beslaat een oppervlakte van ruim 6000 H.A. en is 41/2 uur gaans lang; 1871 werd het door een dam, die voor landaanwinning bedoeld was, maar spoedig is stukgeslagen, met den vasten wal verbonden. Het eiland heeft aan de Noordzijde een rij tamelijk hooge duinen; de grond bestaat over het geheel uit diluviaal en alluviaal zand en stukken kleigrond, met goede weilanden. A. bevat vier dorpen: Hollum, 1500 inw., het grootste en meest aanzienlijke, met een Hervormde en een Doopsgezinde kerk; Ballum, (400 inw.), met een Hervormde en een Doopsgezinde kerk; tot 1810 vond men hier het 15e eeuwsche kasteel Camminghaburg of Oud-Blokhuis, waarvan het laatste overblijfsel in 1829 gesloopt is; onder koning Willem I was hier een koninklijke paardenstoeterij; Nes, 600 inw. met een Herv. en een Kath. kerk; het heeft eenige scheepvaart; in de 17e en 18e eeuw werd het bijna uitsluitend door schippers bewoond; Buren, beoosten Nes, 250 inw.; in de nabijheid bij de begraafplaats, zou eenmaal een kerk, de eerste op het eiland, hebben gestaan. Voorts bevat het eiland nog het gehucht Bliek; terwijl volgens de overlevering vroeger twee dorpen (Oosthuizen of Oerdt en Sier) door overstroomingen zijn weggeslagen.

A. is thans een gemeente van de prov. Friesland en telt ± 2100 inw.; vroeger was het een heerlijkheid en gedurende vele eeuwen het eigendom der heeren van Cammingha. Albrecht van Beieren verklaarde A. in 1396, in den oorlog tusschen Holland en Friesland, onzijdig gebied; een gezantschap van Amelanders verkreeg in 1654 ook van Cromwell een verklaring van onzijdigheid, en nogmaals verkreeg het dit voorrecht in 1674, door bemiddeling van den keizer van Duitschland.