Agamemnon - volgens Homerus zoon van Atreus, koning van Mycene, — volgens anderen zoon van Plisthenes, die zelf de zoon of vader van Atreus zou zijn geweest. Nadat Atreus zijne vrouw Aërope wegens overspel met Thyestes had laten in zee werpen en hijzelf daarom door Thyestes en diens zoon Aegistheus was gedood, vluchtten de gebroeders Agamemnon en Menelaus naar koning Tyndareus te Sparta, wiens dochters Clytaemnestra en Helena zij huwden. Zij verdreven daarop de moordenaars huns vaders uit Mycene en A. werd hiervan koning, terwijl Menelaus Sparta’s troon erfde. De eerste werd vervolgens de machtigste vorst van Griekenland en toen Helena door Paris was geschaakt en de broeders alle Grieksche vorsten tot den krijg tegen Troje opriepen, werd A. tot aanvoerder gekozen.
De vloot van 1200 schepen, waarvan hij alleen er 100 leverde, kwam in de haven van Aulis bijeen: hij moest daar zijne dochter Iphigenia offeren om den toorn van Athene (Diana) te stillen. Voor Troje is hij de dappere en koninklijke aanvoerder, maar tevens overmoedig: zijne beleediging van den priester Chryses en van Achilles is de oorzaak van veel onheil voor de Grieken geweest. Na Troje’s val keert hij terug met Cassandra, de dochter van Priamus, die hem uit den buit is tendeelgevallen en beiden worden vermoord door Aegistheus en Clytaemnestra. Zijn zoon Orestes wreekt later aan zijne moeder en aan haren verleider Aegistheus zijns vaders dood.