Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aeacus

betekenis & definitie

Aeacus - Volgens de Gr. sage de zoon van Zeus en Aegina, dochter van den riviergod Asopus, en door Zeus naar het eiland Oenone, later Aegina genaamd, gevoerd, alwaar Aeacus ter wereld kwam; deze verkreeg de heerschappij over dit eiland, hetwelk toen nog onbewoond of door een pest ontvolkt was, waarom Zeus op Aeacus’ bede de mieren (Gr. murmekes) in menschen herschiep, vanwaar hun naam Myrmidoniërs. Om zijn rechtvaardigheid en vroomheid was A. bij en na zijn leven bij goden en menschen geliefd: zoo gaven de goden eens na een langdurige droogte op zijn gebed regen en stelden hem na zijn dood naast Minos en Rhadamanthus tot rechter in de onderwereld aan. Hij had bij Endeïs twee zonen, Telamon en Peleus, bij de zeenimf Psammathe één, Phocus genaamd.

Tot zijne nakomelingen, de Aeaciden, werden gerekend, behalve zijne zonen, zijn kleinzoon Achilles, diens zoon Neoptolemus of Pyrrhus en de latere Pyrrhus, koning van Epirus. Zie AEGINA.

< >