Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zweven

betekenis & definitie

(zweefde, heeft en is gezweefd),

1. drijven noch zinken, op elke hoogte in evenwicht zijn, gezegd van een lichaam dat even zwaar is als het gewicht van de erdoor verplaatste middenstof waarin het zich bevindt (statisch evenwicht): een ei kan men in pekel laten ;
2. zich drijvend voortbewegen in, op de lucht, de atmosfeer: zwevende wolken;
3. zonder steunpunt hangen: boven een afgrond —;
4. (fig.) dobberen: hij zweeft tussen hoop en vrees;
5. zich zeer licht voortbewegen: zij zweefde voor mij uit;
6. (fig.) het zweefde mij op de tong, ik was op het punt het te zeggen; haar beeld zweeft mij voortdurend voor ogen.

< >