m. (-ten),
1. het zetten; (m.n.) het verplaatsen van een stuk op het speelbord: wie is aan of aan wie is de —?; een — doen;
2. duw, stoot, ruk: iemand een — geven, zodat hij valt; (fig.) iemand een — geven, een steek onderwater;
3. gevatte opmerking: een geestige —, woordspeling, snedig gezegde;
4. verstandige daad: een handige -.