v./m. (-en), interstellaire nevel die ontstaan is ten gevolge van een supernova-explosie. (e) Supernovaresten zijn sterke radiobronnen, maar zijn optisch vaak niet of nauwelijks te zien; b.v. de sterkste →radiobron Cas A is optisch geïdentificeerd met enkele zeer vage nevelslierten. De straling afkomstig van supernovaresten is →synchrotronstraling.
De meeste supernovaresten bezitten een duidelijke schilvormige structuur; wat men waarneemt is duidelijk het gas dat bij de supernova-explosie is uitgestoten en nu in een bolschil expandeert door het interstellaire medium. Een uitzondering vormt de →Krabnevel (rest van de supernova uit 1054) die een geheel afwijkende vorm heeft en ook optisch zeer helder is.