bn. en bw. (-er, -st),
1. aan koorts onderhevig: ik ben een beetje — vandaag;
2. met koorts gepaard gaand, daarop wijzend of eruit voortkomend: een koortsachtige aandoening;
3. (fig.) onrustig, gejaagd, heftig enz.: ongeduld; een koortsachtige drift; met koortsachtige haast; (bw.) werken.