Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

eruit

betekenis & definitie

voornaamwoordelijk bw.,

1. uit het genoemde of bedoelde naar buiten: de vloeistof die — stroomt; (pregn.) —!, maak dat je wegkomt!; iemandgooien; naar buiten; naar een vakantieoord: hij moet eens een poosje —;
2. niet (meer) in of bij het genoemde of bedoelde: de beste stukken zijn —; ik ben —, er niet meer in thuis, mee vertrouwd; (ook) ik ben de draad kwijt;
3. ter aanduiding van oorsprong: hetgeen — volgt, dat kan je — opmaken.