Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koken

betekenis & definitie

(kookte, heeft gekookt),

I. (onoverg.)
1. het overal in een vloeistof optreden van de overgang van de vloeibare fase naar de gasvormige fase (e); water kookt onder normale druk bij een temperatuur van 100 °C; thee moet trekken, maar mag niet —; kokend heet, zeer heet; van een verbrandingsmotor gezegd als het koelwater te heet wordt en gaat ko ken;
2. door verhitting gaar of bruikbaar worden: aardappelen moeten 25 min —; tot moes —; die erwten niet, worden niet gaar;
3. (bij verg.) als een kokende vloeistof borrelen of geheel in beweging worden gebracht: het van de zee; als een accu ge heel geladen is, begint hij te —; (fig.) zeer emotionele gemoedstoestand: mijn bloed kookte; hij kookt van woede; bitterheid en haat kookten in hun boezem;

II. (overg.)

1. bepaalde bereidingswijze van voedings middelen die door verwarming tot stand komt; ze op het vuur, in kokend water zacht en eetbaar ma ken: aardappelen —; in tegenst. tot bakken of bra den: gekookte vis;
2. (ruimere zin) spijzen, maaltij den bereiden: die vrouw kookt goed, kan goed —; wie kookt voor u?; (spr.) als het op is, is het — ge daan, als men niets meer heeft, kan men niets meer genieten of uitgeven;
3. traan , die uit spek berei den door verhitting daarvan in ketels.

(e) Bij het koken vindt de dampvorming in tegenstel ling met verdamping aan het oppervlak van die vloeistof, in de gehele vloeistof plaats. Het koken vindt plaats bij een sterk van de uitwendige (lucht)druk afhangende temperatuur, de kooktem peratuur (→kookpunt), waarbij de dampdruk van de vloeistof juist gelijk is aan de uitwendige (lucht)druk. Het koken is een isotherm proces, d.w.z. dat de vloeistof bij het bereiken van de kooktemperatuur, ook al vindt verdere warmtetoevoer plaats, op deze temperatuur blijft totdat alle vloeistof verdampt is.

In gladde vaten en met zeer zuivere vloeistoffen komt het regelmatig voor dat, hoewel de kooktem peratuur is bereikt, er geen kookverschijnselen optreden. De vloeistof kan dan een temperatuur be reiken die hoger is dan de kooktemperatuur (→kookvertraging) en raakt oververhit. In dergelij ke situaties kan een geringe verstoring, zoals schud den of roeren, het kookproces zeer plotseling en heftig op gang brengen, waarop de temperatuur snel daalt tot het kookpunt weer bereikt is.