Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

knagen

betekenis & definitie

(knaagde, heeft geknaagd),

1. (onoverg.) de voorste tanden op en neer laten gaan langs en tevens drukken tegen iets, al of niet om er iets af te halen, m.n. van (knaag)dieren: de ratten knaagden aan het hout; (oneig.) de roest knaagt aan het ijzer, vreet in;
2. (overg.) door knagen doen ontstaan: de muizen hebben een gat in de deur geknaagd;
3. (ono verg.) (fig.) een aanhoudende en allengs toenemen de smartelijke en onaangename (lichamelijke of psychische) gewaarwording veroorzaken: pijn, honger knaagt; zijn geweten begon te ; het verdriet knaagt aan zijn ziel; het tegenwoordig deelw. vaak als bn.: een knagend geweten; knagende zorgen.