v.,
I. abstr.
1. het groot zijn;
2. hoogheid, verhevenheid, aanzien: de aardse — is onbestendig;
3. heerlijkheid, luister: de — van God;
4. verhevenheid, hoogheid van geest en gemoed: ware — had hij nooit bezeten;
5. het bezit van grootte (afmetingen);
II. concr. (-heden),
1. uitkomst van een meting; iedere zaak in zoverre die voor vermeerdering en vermindering vatbaar is (e); een bekende —, een grootheid waarvan men de waarde kent; een onbekende —, die uit gegeven bekende grootheden moet worden berekend;
2. (fig.) een onbekende — , een of ander weinig bekend personage.
(e) Grootheid is de verzamelnaam voor begrippen als lengte, tijd, snelheid, massa, kracht, stroom, temperatuur enz. Een grootheid is gelijk aan het produkt van een getal (waarde) en een eenheid. Grootheid. Overzicht a versnelling A oppervlakte Ar relatieve atoommassa, atoomgewicht B magnetische inductie c soortelijke warmte C capaciteit (elektriciteit)
C capaciteit (warmte)
E energie E elasticiteitsmodulus E bronspanning (elektriciteit)
E veldsterkte (elektriciteit)
f frequentie g versnelling van de vrije val G gewicht h soortelijke enthalpie H enthalpie H magnetische veldsterkte I stroom (elektriciteit)
k warmtedoorgangscoëfficiënt
1 lengte
L zelfinductie m massa M moment van kracht Mm molaire massa Mr relatieve molecuulmassa, moleculair gewicht n omwentelingssnelheid P druk, spanning P vermogen O hoeveelheid warmte O lading R weerstand (elektriciteit)
t tijd t temperatuur (in °C)
T temperatuur (in K)
T moment van koppel T periode (duur), trillingstijd U spanning (elektriciteit) potentiaalverschil v snelheid V volume W arbeid X reactantie Z impedantie